Een wiek is opgebouwd uit drie delen. De middelste stalen koker wordt de roede genoemd. Links van de roede bevindt zich het hekwerk ter ondersteuning van het windzeil. Rechts van de roede bevinden zich windborden om het windvangend oppervlak te vergroten. Op deze molen zijn de windborden vervangen door zogenaamde Van Busselneuzen. Deze in aluminium uitgevoerde afronding lijkt op een vliegtuigvleugel. Door de stroomlijning wordt de wind beter omgezet in draaienergie, waardoor de molen minder zeil nodig heeft.
